Een artikel in de Guardian gaat in op hoe wetenschappers nu geloven dat mensen uit het stenen tijdperk de kunst van het elegante handgereedschap onder de knie hadden terwijl ze taal ontwikkelden. Hoewel we wisten dat tools belangrijk waren, is het een sprong in het diepe om ze voor taal te stellen. Dit zou de onverzadigbare behoefte kunnen verklaren om dingen te maken en problemen op te lossen. Ik denk dat ik een idee heb voor een nieuwe tv-show: The Prehistoric Tool-man. Het zou veel interessanter zijn om te zien hoe een man iets complex bouwt van stokken en stenen dan Bob Villa een speciaal gereedschap gebruikt dat niemand in zijn winkel heeft.
Hoewel het artikel informatief is, lijkt het, zoals bij het meeste onderzoek naar antropologie tegenwoordig, dat het hele stuk lijkt te zijn gericht op het ondersteunen van bestaande evolutietheorieën. Het is een afleiding van de eerste observatie, die volgens mij eigenlijk best interessant is. Tools zijn belangrijk, denk ik.
Hersenscans van moderne steengereedschapmakers laten zien dat bepaalde hersengebieden actiever worden wanneer ze steenvlokken maken of geavanceerdere gereedschappen gebruiken. Het is intrigerend dat sommige van deze hersengebieden betrokken zijn bij taalverwerking.
Er zijn enkele hardnekkige discussies geweest in de archeologiegemeenschap over waarom wordt waargenomen dat complexere stenen werktuigen enige tijd nodig hadden om tot stand te komen. Moderne wetenschappers zouden graag willen weten of ze niet zo gemotiveerd of slim waren, of de omgeving hadden om meer gecompliceerde tools te maken.
Een ding dat ik weet, is dat zelfs de oude mens onder de indruk zou zijn van een nieuwe draadloze lithium-ion-cirkelzaag.
